April 2025
Een universeel natte struisvogel
Column Dirk Follet
Ons voorbereidend op een nieuw vestigingsland denk ik aan de verschillen die je ineens opvallen als je de grens oversteekt. Je werkt ergens en alles lijkt normaal, maar in het volgende land is het normaal toch heel anders.
In 14 jaar aan gebouwen sleutelen in Nederland heb ik nooit veel tijd besteed aan regenwater. Nederland is vlak dus de oplossing is simpel: je haalt het van je dak en loost het in een sloot. Als je dak te groot is, moet je een vijver graven die het water tijdelijk buffert terwijl het waterschap het rustig wegpompt. Zwaardere regenval leidt tot een grotere vijver. En als het dan toch een keertje fout gaat, heb je noodoverstorten en staat er 10 cm water op je parking. Dat is vervelend, maar overkomelijk.
In een niet zo vlak land als België is dat heel anders. Het water stroomt hard naar beneden, waar het voor problemen zorgt. Nu we veel zwaardere en intensievere regenbuien mogen verwachten, ontdekken we dat de oude methodes niet goed werken. Voortschrijdend inzicht leert ons dat we de grotere hoeveelheden water niet sneller, maar juist trager moeten wegwerken. In theorie zouden we onze afvoercapaciteit kunnen verhogen, maar dat leidt in de vallei tot problemen.
Afgelopen zomer regende het: Heel. Erg. Hard. En dat leidde uiteraard tot problemen op de zaak. We ontdekten dat de leiding die naar het riool ging hier niet op was voorzien. We begrepen ook meteen dat de overheid niet op ons water zat te wachten.
Geconfronteerd hiermee begonnen we in alle richtingen te denken. Hoe zag ons leidingnetwerk eruit? Hoeveel kunnen we op het dak opslaan voor het instort? Hoeveel kunnen we in de grond laten wegsijpelen en hoe lang duurt dat? Hoeveel opslag hebben we nog nodig en waar moet die staan in het systeem? Hoe timen we al dit water zodat de leidingen de hele tijd op maximale capaciteit werken, maar de buffers pas helemaal vol zijn op het moment dat de allerzwaarste regenbui net afgelopen is? En hoe verantwoord je financieel een buffervat wat maar één keer in de twintig jaar vol loopt? Het zijn deze kwesties die ons werk zo leuk maken.
En al heel gauw ontdekten we dat de techniek niet ons grootste obstakel was. Het was het denken binnen de organisatie. Het water was maar net opgedweild of we gingen al weer over tot de orde van de dag. Want we hadden namelijk nog zoveel projecten en investeringen op het programma, dat we daar liever niet van wilden afwijken om ons gebouw toekomstbestendig te maken.
En hoewel dit probleem specifiek was voor deze organisatie in dit gebouw in dit land, ik weet ondertussen dat struisvogelpolitiek echt universeel is.
Dirk Follet bedenkt en realiseert gebouwen die de schijn hooghouden dat de wereld eenvoudig is.
Reageren?
X @dirkfollet
vvplus@follet.nl